Tweede Nederlandse SDG Rapportage

De tweede rapportage over de SDGs in Nederland is uit. De vooruitzichten voor Nederland zijn positief, maar er zijn ook enkele ‘zorgenkindjes’ onder de 17 ontwikkelingsdoelen.

In de rapportage aan de Tweede Kamer laten de Rijksoverheid en een aantal maatschappelijke partners zien wat er in het afgelopen jaar in Nederland in hun sector is gebeurd op het gebied van de SDGs. Daarnaast worden beleidsvoornemens beschreven die bijdragen aan het behalen van de SDGs. Het rapport is een aanvulling op de CBS-meting van afgelopen maart, waar de voortgang per individuele SDG-indicator is gemeten.

Uitdagingen

Het algemene beeld van Nederland is positief: we zijn goed op weg de SDGs te behalen. Maar op bepaalde vlakken scoort Nederland minder goed. Er moet nog veel werk worden verzet op het gebied van klimaat, energie en gendergelijkheid. SDG 5 en SDG 13 verdienen volgens het rapport daarom bijzondere aandacht.

De ambities die de rijksoverheid op die thema’s heeft, worden op een rijtje gezet. Want er gebeurt niet niks. Zo is met maatschappelijke partners in het Klimaatakkoord afgesproken de broeikasgassen met 49% te beperken in 2030. Daarnaast verscheen onlangs een emancipatienota met concrete actiepunten om de economische positie van vrouwen te verbeteren.

Maatschappelijke partners

De maatschappelijke partners die aan het woord komen in de rapportage vertegenwoordigen het bedrijfsleven, NGOs, kennisinstellingen, jongeren en lokale overheden. Iedere partij heeft in het rapport de nadruk op andere punten gelegd.
Het bedrijfsleven is positief over het enthousiasme dat zij zien rondom de SDGs. Het maatschappelijke middenveld, vertegenwoordigd door Partos, zegt zich zorgen te maken over de haalbaarheid van de SDGs zowel in Nederland als in ontwikkelingslanden.

Jongeren, vertegenwoordigd door NJR en 17 doelen die je deelt, ziet Nederland graag van het slechtste jongetje van de klas verschuiven naar duurzame koploper. VN-jongerenvertegenwoordiger Martijn Visser: “De overheid zet met de onderhandelingen van het klimaatakkoord een stap in de goede richting. Het uitgangspunt is alleen nog steeds een reductie van 49% in 2030. Minister Wiebes heeft de ambities internationaal uitgesproken om dit te verhogen naar 55%, maar we zien die ambities ook graag terug in het maken van komend beleid. Als dat niet gebeurt, zijn de huidige acties nog niet genoeg om het akkoord van Parijs te gaan halen. Verder is het essentieel dat zowel de luchtvaart als de scheepvaart meegenomen worden in het klimaatakkoord.”

Voor de toekomst zijn er plannen om de CBS-meting van de SDGs met de Monitor Brede Welvaart te combineren. Hierdoor kan het kabinet beter beslissingen nemen die aansluiten op de duurzame ontwikkelingsdoelen.