Het voorstel van Tjeerd de Groot (D66), adoptieouder van SDG 14 en 15 (Leven in water en op land) om de veestapel te halveren, leidde tot heftige reacties. “Misschien was dat wel nodig om kringlooplandbouw, en dus de SDG’s, op de politieke agenda te krijgen.”
Waar bent u trots op als adoptieouder van SDG 14 en 15?
Een van de mooiste dingen waar ik aan heb kunnen bijdragen is het Noordzeeakkoord. Dat zou nog voor deze kabinetsperiode rond moeten zijn. Het doel is om de Noordzee een betere kwaliteit te geven terwijl we toch ook onze ambities realiseren, zoals wind op zee. Ook het stikstofakkoord is een mooie verwezenlijking. Daarmee hebben we een trendbreuk gerealiseerd op de manier hoe we met de natuur omgaan.
In het begin van uw termijn zei u een antwoord te willen bieden op de vermeende tegenstelling tussen landbouw en natuur. Is dat gelukt?
Gedurende de eerste twee jaar zeker wel. Toen heeft de hele Kamer zich bijvoorbeeld achter de visie van kringlooplandbouw geschaard. Maar je zag ook wat voor heftige reacties het meebracht, zeker als je kijkt naar het stikstofpakket en met name naar het voorstel van de halvering van de veestapel. Misschien was zo’n reactie wel nodig om de visie van kringlooplandbouw hoger op de politieke agenda te krijgen.
Als onderdeel van kringlooplandbouw schoof u ook kweekvlees als potentieel impactvol initiatief naar voren. Zijn daar stappen gezet?
Nederland was het eerste land dat het patent aanvroeg op kweekvlees. Helaas is het daarna erg stil geworden. Je ziet dat een aantal startups echt al ver staan. Die zijn goed in het ontwikkelen van producten. Maar zo’n dossier goedgekeurd krijgen? Dat is echt een ander vak. Daar heb je publieke ondersteuning voor zijn, en die ontbreekt. Terwijl je ziet dat vleesvervangers echt in opkomst zijn en ook kweekvlees enorme potentie heeft.
Nederland was het eerste land dat het patent aanvroeg op kweekvlees. Helaas is het daarna erg stil geworden.
Beschouwt u uw inzet op SDG 14 en 15 in de afgelopen 4 jaar als geslaagd?
Als adoptieouder heb ik kunnen bijdragen aan een visie op kringlooplandbouw, waarbij onze voedselproductie rekening houdt met de grond, waarbij biodiversiteit toeneemt en watergebruik afneemt. Maar tegelijkertijd moet je vaststellen dat de SDG’s in het politieke debat helaas geen grote rol spelen. Het Haagse denken begint niet altijd met de wereld om ons heen.
In het algemeen zie je dat ministeries vrij gefragmenteerd werken. Ze hebben de neiging om in hun koker te blijven en te kijken naar de tijdshorizon van de minister.
Hoe komt het dat de SDG’s geen prominente rol hadden in de afgelopen regeerperiode?
In het algemeen zie je dat ministeries vrij gefragmenteerd werken. Ze hebben de neiging om in hun koker te blijven en te kijken naar de tijdshorizon van de minister. Terwijl bij de SDG’s sprake is van een duidelijk langetermijndoel: de aarde op een goede manier doorgeven aan de volgende generaties, zowel fysiek als sociaal.
Hoe kan daar bij het volgende kabinet verandering in komen?
Wil je echt inhoud geven aan de SDG’s, dan moet je daar een coördinerend minister voor aanwijzen. Die kan de verschillende niveaus activeren en brieven en wetten mee ondertekenen.
Kan het helpen als de SDG’s een plek krijgen in het regeerakkoord?
Je kan wel een vriendelijke paragraaf over de SDG’s in het regeerakkoord zetten, maar je moet het ook zien te concretiseren. Je zou de SDG’s bijvoorbeeld consequent aan bod kunnen laten komen in de BNC-fiches, die de inzet vormen van Nederlandse onderhandelaars in Brussel. Of zoals nu elke Kamerbrief met financiële gevolgen een financieel paragraaf moet hebben, zou je dat ook kunnen doen voor de SDG’s. De doelen moeten in de haarvaten van de politieke processen terecht komen.
Biedt de coronacrisis een momentum om versneld een duurzame richting in te slaan?
Door de coronacrisis zien we hoe kwetsbaar we alles georganiseerd hebben. Kijk naar intensieve veehouderij. Mensen die daar werkten of in de omgeving van deze veehouderijen woonden, werden heftiger en dodelijker geraakt door het virus. Hoe dat zit, weten we nog niet precies. Mogelijk is dat het gevolg van een verminderde longfunctie. In elk geval: de crisis toont ons waar we nog aan moeten werken.
Foto van D66.nl
Interview door Jurrian Veldhuizen (Foundation Max van der Stoel) en Samuel Hanegreefs (SDG Nederland)
Lees hier de andere interviews uit de reeks.
Na de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 lanceerde Building Change de campagne ‘Adopteer een SDG’. Meer dan 25 Tweede Kamerleden, uit acht verschillende politieke fracties, adopteerden één of meerdere Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Een coalitie van maatschappelijke organisaties rond Building Change ondersteunde hen met informatie en adviezen. Nu de kabinetsperiode ten einde loopt en in aanloop naar de verkiezingen van 17 maart, maken we samen met een aantal van de adoptieouders de balans op. Die interviews lees je hier.
Ik vind dit een beetje slappe gedachtegang. Klagen over de ministeriële verkokering en dan toch “slechts” een coördinerend minister aanstellen? Klinkt misschien leuk, maar zij/hij zit dan (waarschijnlijk) toch weer op implementerend c.q. uitvoerend , en niet op beleidsbepalend, niveau. En de primaire verantwoordelijkheid ligt dan toch weer bij het eigen ministerie en wordt daar politiek op afgerend.
Maak gewoon een minister écht verantwoordelijk, met een eigen portefeuille SDG en daarmee een duidelijke taakstelling. En verdeel van daaruit (in een onvolprezen…) regeerakkoord zoveel mogelijk van de doelstellingen over de ministeries. Wordt ‘t eindelijk eens concreet. En meetbaar.