Investering van kabinet in kweekvlees brengt SDG’s een stap verder

Het Nederlandse kabinet trekt via het Nationaal Groeifonds 60 miljoen euro uit om de ontwikkeling van kweekvlees en -zuivel te stimuleren. En dat is heel goed nieuws voor veel Sustainable Development Goals (SDG’s).

Het bedrag wordt toegekend aan een consortium van bedrijven, universiteiten en andere organisaties, die technologie gebruiken om dierlijke producten zoals melk, kaas en vlees uit cellen te produceren. Dit consortium is op initiatief van SDG Nederland bij elkaar gebracht. 

De financiële injectie vanuit het Nationaal Groenfonds is de grootste publieke financiering ooit op het gebied van cellulaire landbouw. SDG Nederland steunt deze samenwerking al vanaf het begin en is erg blij met de bijdrage vanuit het groeifonds. De overheid investeert hiermee in een duurzame toekomst. Dit is een doorbraak voor veel SDG’s; vooral voedsel, klimaat, gezondheid, groei en biodiversiteit.

 De Sustainable Development Goals (SDG’s), zijn zeventien doelen om van de wereld     een  betere plek te maken in 2030. Ze zijn een mondiaal kompas, opgesteld door de   Verenigde Naties, voor uitdagingen als armoede, onderwijs en de klimaatcrisis. 

Van cel naar hamburger

Kweekvlees wordt gemaakt door stamcellen in een lab te vermenigvuldigen. Het zuivel wordt gemaakt door koemelkeiwit uit schimmels en gisten na te maken. Beide zijn écht dierlijke producten -kweekvlees is echt vlees, kweekmelk echte melk- maar zonder dat daarbij dieren gefokt hoeven te worden voor de slacht of zuivelindustrie. 

En dat is niet alleen beter voor het welzijn van de dieren: de kweekproducten leggen veel minder beslag op land en water, ook zorgt de productie voor veel minder uitstoot (o.a. broeikasgassen en stikstof) dan de reguliere vee-industrie. Omdat er geen dieren aan te pas komen, draagt het vlees en zuivel niet bij aan gezondheidsrisico’s, zoals antibioticagebruik en op mensen overdraagbare ziektes. Kweekvlees en -zuivel zullen waarschijnlijk op termijn goedkoper zijn dan producten die door een dier gemaakt worden, omdat het proces efficiënter is.

Zo zet Nederland dus een grote stap naar een toekomst mét vlees, maar zónder de problemen die daar onlosmakelijk aan verbonden zijn: dierenleed, milieuvervuiling, ziektes en CO2-uitstoot.