“2030, gaan we het halen? Het is een taaie klus, absoluut”, stelt minister Carola Schouten. “Je hebt ook niet overal gelijk de oplossing voor, maar het motiveert mij wel om hard aan de slag te gaan.”
Woensdag spraken we in Den Haag met sleutelfiguren uit de politiek en het bedrijfsleven over de Nationale SDG Rapportage én de Monitor Brede Welvaart & SDG’s van het CBS tijdens het route 2030-evenement. Het was hét moment om stil te staan bij wat we het afgelopen jaar hebben bereikt op de SDG’s en waar de problemen liggen, maar ook om vooruit te kijken en ideeën uit te wisselen. Want er is nog veel te doen.
Lees de SDG Rapportage en CBS Monitor (plus de kindvriendelijke versie)
Beide rapporten zijn nu vrij in te zien (en te verspreiden). Klik hier om de Nationale SDG Rapportage te lezen en klik hier om de CBS Monitor Brede Welvaart & SDG’s te bekijken. Daarnaast vertaalde ons bestuurslid Anne-Marie Rakhorst en haar team de CBS Monitor naar heldere kindertaal. Deze kan je hier lezen. Handig als je bijvoorbeeld docent bent of met je kinderen wilt praten over de Werelddoelen. En stiekem soms ook zelf een prettige manier om je snel in te lezen. Want alleen als je weet wat er aan de hand is in de wereld, kun je actie ondernemen!
SDG’s: Hoe duurzaam ontwikkelt Nederland?
Nederland loopt nog niet op koers om de Sustainable Development Goals in 2030 te halen. Dat is een van de conclusies uit de zesde Nationale SDG-rapportage en de CBS Monitor. Maar ondanks de uitdagingen zijn er ook stappen naar een betere wereld gemaakt. Dit en meer bespraken we tijdens het eerste blok van het Route 2030-evenement.
CBS-onderzoeker Jan-Pieter Smits laat aan de hand van de monitor zien hoe Nederland vooruitgang boekt op de zeventien Werelddoelen. Vooral bij SDG 1 (Geen armoede), SDG 2 (Geen honger), SDG 4 (Kwaliteitsonderwijs), SDG 5 (Gendergelijkheid) en SDG 13 (Klimaatactie) bewegen relatief veel indicatoren zich in de richting van het doel.
Er zijn ook doelen die juist verder uit zicht raken. Dit geldt voor SDG 9 (Industrie, innovatie en infrastructuur: mobiliteit), SDG 10 (Ongelijkheid verminderen: financiële houdbaarheid), SDG 11 (Duurzame steden en gemeenschappen: wonen, en ook leefomgeving), SDG 15 (Leven op het land) en SDG 16 (Vrede, justitie en sterke publieke diensten: instituties).
Hoe goed Nederland precies scoort op de vastgestelde SDG’s vindt Smits lastig te bepalen. Dat komt omdat de internationale SDG-afspraken in Nederland niet zijn omgezet naar nationale doelen. “Een frustratie die vaak terugkomt, is dat de doelen niet helder zijn doorvertaald in het Nederlandse beleid. Daardoor is de voortgang niet altijd goed te meten.”
‘Je kunt meer bereiken met meerdere doelen’
“Wat ik zie, is dat iedereen op zoek is naar de verbinding”, vertelt SDG-coördinator Sandra Pellegrom over de Nationale SDG-rapportage. Pellegrom: “Organisaties slaan de handen ineen over de grenzen van hun eigen focus heen. Decentrale overheden gebruiken de SDG’s en brede welvaart om integraler te werken. Steeds meer mensen en organisaties willen hun positieve impact op de maatschappij vergroten. Er is een enorme behoefte om buiten de gebaande paden te treden en meer holistisch samen te werken.”
De rapportages maken voor Pellegrom een ding duidelijk: het benaderen van thema’s vanuit silo’s gaat niet de versnelling gaat brengen die komende jaren nodig is. “Je kunt meer bereiken met een integrale aanpak, als je je met meerdere doelen bezig houdt.”
Lees hier de column die Sandra deze week schreef naar aanleiding van het rapport en de Route 2030.
Bestaanszekerheid: van kwetsbaarheid naar veerkracht
“De start van je leven maakt een groot verschil. We moeten erkennen dat iedereen een ongelijke start heeft”, zegt Tweede Kamerlid Habtamu de Hoop (24 jaar). Tijdens het tweede blok zoomden we in op de jonge generatie. De bestaanszekerheid van de jongeren van nu én toekomstige generaties komt in het geding door thema’s als groeiende (studie)schuldenproblematiek, de wooncrisis en de gevolgen van de Covid-pandemie. Hoe keren we het tij?
De Hoop: “We hebben in Nederland vrijheid van onderwijs, maar daar schieten sommige scholen in door. Leerlingen zouden niet geweigerd mogen worden wegens bijvoorbeeld hun geaardheid.” Die bestaansonzekerheid in het onderwijs is ook een tastbaar probleem voor mbo’ers, zegt Skylar Liu. “Als je in de klas of tijdens je stage al wordt gediscrimineerd omdat je iets niet kan, of bijvoorbeeld een hoofddoek draagt, dan maakt dat je super onzeker”, stelt de voorzitter van het Adviesraad van de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs.
Hoe verlagen we de Nederlandse spillover voetafdruk?
De Nederlandse voetafdruk over de grens is groot. Op thema’s als veiligheid, financiën (belasting), ecologische en sociale impact scoren we slecht in de spillover-ranking van de VN. Daarom is de hoofdvraag achter het tweede panelgesprek: ‘Wat kunnen we doen om deze voetafdruk voor 2030 drastisch te verlagen, en wat wordt er al gedaan?’
Ook is er ruimte voor discussies en schuwt het publiek het ook niet om de penvoerders soms pittige vragen te stellen. Zo vraagt Herman Mulder, bestuursvoorzitter van SDG Nederland aan Martijn Visser, duurzaamheidsmanager van Lidl: “Wanneer gaat Lidl echte prijzen hanteren?” “Betaalbaarheid blijft belangrijk”, volgens Visser. “Elke Nederlander moet toegang hebben tot betaalbaar voedsel. We testen nu wel een eco-score om consumenten mee te nemen in wat is nu de beste/duurzaamste keuze? De consument aan de voorkant goed informeren.”
Ingrid Thijssen sprak tijdens dit onderdeel als voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW over de rol van het bedrijfsleven. Ze gaf aan dat veel bedrijven aanlopen tegen wet- en regelgeving die hen juist belemmerd om te verduurzamen. Dat moet uiteraard aangepakt worden. SDG Nederland pleit er dan ook voor om een stevige en werkzame SDG-toets in te voeren in de beleidscyclus, zodat iedere nieuwe wet of regel getoetst wordt aan de impact die het heeft op alle SDG’s, om ongewenste niet-duurzame effecten op een later moment te voorkomen
Een visie voor ná 2030
Het laatste woord lag bij Sarah Oey, VN-jongerenvertegenwoordiger ‘Duurzame ontwikkeling’ die in haar slotgedachte verder vooruitkeek dan iedere spreker voor haar: voorbij 2030 en naar de komende generaties.
[…] “We zijn er nog lang niet, en ook is Nederland nog lang niet het beste jongetje van de klas. Daarom is mijn pleidooi tweedelig: Ten eerste moeten we in Nederland beginnen met ons huiswerk om de SDGs breder en op een structurele wijze in te zetten. Ten tweede moeten we ook aan de slag met een visie voor ná 2030.”
“Ook ná 2030 zijn er nog genoeg uitdagingen, en om die reden pleit ik voor een urgentie om verder vooruit te denken. Toekomstig bestendig beleid kan alleen slagen als we het korte termijn denken vervangen door een langetermijnvisie. Ik geloof dat dit kan, maar er is nog wel veel werk aan de winkel. Gelukkig krijgen initiatieven zoals de generatietoets steeds meer aandacht, waarbij huidige en toekomstige generaties mee worden genomen in beleid. Maar nodig mijn en komende generaties vooral uit om verder na te denken over beleid want wij zijn en hebben de toekomst.”