Energietransitie: een behoorlijke klus

In de jaren rond 1960 was het een fluitje van een cent om over te stappen van kolen naar aardgas. Heel Nederland werd in die jaren aangesloten op het aardgasnet en het net zelf werd van harte verwelkomd. Men stond te lachen van geluk aan een nieuw gasfornuis. De huidige energietransitie gaat (nog) minder van een leien dakje en daarnaast speelt er de vraag: wat doen andere landen?

Waarom het nu stroef gaat, heeft te maken met het feit dat de transitie als verantwoordelijkheid op het bordje van woningeigenaren en bedrijven ligt. Daarnaast krijgt het Internationaal Monetair Fonds (IMF) niet alle lidstaten op één lijn, vanwege de enorme leningen die uitstaan bij opkomende economieën. In dit tijdperk is de wereldwijde energietransitie, dichtbij in Nederland en ver weg, wellicht een te grote opdracht in een te korte tijd.

Duurzame buitenkant

Alle SDGs zijn met elkaar verbonden, wordt steeds genoemd, maar toch blijft het begrip ‘duurzaamheid’ vaak kleven aan zonnepanelen, windmolens, elektrische auto’s en gasloze, geïsoleerde woningen. Denk bijvoorbeeld aan het Energieakkoord voor duurzame groei dat als Nederlandse overeenkomst tussen overheid en ruim veertig organisaties is gesloten. Duizend extra windmolens, investering vanuit de overheid in isolatie van huurwoningen, vijf kolencentrales gaan sluiten, een oplopend percentage m.b.t. opwekking van duurzame energie, minder energiebelasting voor mensen die samen deze energie opwekken en een lage rente voor energiebesparende maatregelen (met een BKR-registratie!). Op deze zogenaamde ‘duurzame buitenkant’ wordt vol ingezet, en dat is goed. Het is alleen niet de enige transitie waarop ingezet moet worden.

Gedrag

Duurzame transities beginnen in je hart en hoofd. ‘Na ons de zondvloed’ is not done. Rekenen op een jongere generatie, met fantastische breinen, die de wereldproblematiek oplost, is een façade gelet op het feit dat één derde van de wereldwijde beroepsbevolking bestaat uit opkomende jeugd. Maar slechts een deel van deze werkgroep, als 15-24 jarigen, behoort tot de ontwikkelde landen. Het ‘later’ is het nu. Wat nodig is om de Duurzame Ontwikkelingsdoelen te halen, is een noodzakelijke gedragsverandering.

Elektrisch

De huidige energietransitie is één op één verbonden met deze gedragsverandering. Neem bijvoorbeeld het elektrisch rijden. Er worden duizenden euro’s aan subsidie verstrekt voor de aanschaf van een elektrische auto. Alleen degenen die zo’n auto kunnen betalen, behoren grotendeels tot de hogere inkomens. Zo’n subsidie werkt scheefgroei in de hand, beloont de welgestelden, maar laat Jan Modaal achter. Hij tuft door in zijn oudere auto, maar wil ook iets betekenen.

Het Nieuwe Rijden

Zet dat tegenover het energie-efficiënter reis- en rijgedrag. Dit lijkt veel minder aandacht te krijgen en is populair binnen een kleine groep. Inmiddels is bewezen dat Het Nieuwe Rijden, een programma dat slimmer rijden en reizen stimuleert uitgevoerd door het Instituut voor Duurzame Mobiliteit (IvDM), de CO2-uitstoot in het Nederlandse verkeer kan verminderen. Waarom horen we hier zo weinig over? Dit deel hoort ook bij de huidige energietransitie en is een goede maatregel voor diegenen die geen Tesla kunnen betalen.

Van de kleine 8,5 miljoen personenauto’s in Nederland hebben 30.000 autobezitters nu een stick, een zogeheten dongel van de ANWB, om het rijgedrag te meten en te stimuleren naar veilig rijden met minder CO2-uitstoot. Dit is maar 0,4%. De focus ligt zoveel op het elektrisch rijden dat het lijkt of dit, rijgedrag volgens Het Nieuwe Rijden, over het hoofd wordt gezien.

Het rijgedrag in Nederland lijkt nagenoeg niet te kantelen naar veilig rijden. Automobilisten gebruiken bijvoorbeeld nog massaal de smartphone in de auto (70 procent van de ouders gebruikt hun smartphone tijdens het rijden in het bijzijn van kinderen bijvoorbeeld, onderzocht ANWB). Een paar maanden geleden liet minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid wel weten gevaarlijk rijgedrag strenger aan te gaan pakken door wetsmatig gevangenisstraf te koppelen aan gevaarlijk en roekeloos rijgedrag. Gevangenisstraf of niet, ook hier geldt dat alleen gedragsverandering (bijvoorbeeld in de vorm van Het Nieuwe Rijden) een verschil kan maken.

Over de grens

De energietransitie is nuttig en noodzakelijk. De vraag blijft: welk effect heeft het op wereldniveau? Het IMF heeft momenteel 107 miljard dollar openstaan aan leningen in 87 landen. Niet alle landen kunnen of willen meegaan in een wereldwijde energietransitie. Het IMF biedt hier een helpende hand; als landen niet mee willen gaan in verduurzaming, kan een deel van de schuld kwijt worden gescholden. Dat deel moet dan geïnvesteerd worden in hernieuwbare energie, maar het is te weinig voor de korte tijd die er is. De realiteitszin van een wereldwijde energietransitie voor 2050 lijkt hier weg te ebben.

De inzet van Nederland is een miniem gebeuren, maar niets doen is geen optie. We kraken onze hersenen over de Nederlandse energietransitie en hoe deze net zo soepel kan verlopen als de overgang van kolen naar gas rond 1960. Maar besef wel: als het ethisch besef er niet is in opkomende economieën, of moet worden gebracht via het IMF, is de wereldwijde energietransitie nog een behoorlijke klus.

Foto: Pexels @ Pixabay.

 

Claudia Koole (1971) schreef het handboek Global Goals in de praktijk, om bewustwording rondom SDGs te vergroten. Ze volgde onder andere onderzoeksjournalistiek IRJ aan de Thomas More Hogeschool in Mechelen en is lid van Vereniging van Onderzoeksjournalisten en de Nederlandse Vereniging van de Verenigde Naties. Sinds 2008 steunt Koole het Earth Charter. Verder schrijft ze als correspondent voor een weekkrant en andere media vanuit constructieve storytelling.