Vijf vragen aan een stadsecoloog

Wat doet een stadsecoloog eigenlijk en waarom is deze een belangrijke factor in een stad? Een gesprek met André de Baerdemaeker over vleermuizen, schildpadden, knobbelzwanen, klimaatverandering en vervreemding van de natuur.

Wie afgelopen dinsdag groepjes nieuwsgierige mensen door de natuur van Rotterdam-Noord zag struinen, was waarschijnlijk getuige van de stadsexcursie die op dat moment gaande was. Het thema van de dag: biodiversiteit in de wijk.

SDG Nederland sprak de Rotterdamse ecoloog André de Baerdemaeker over zijn werk bij het onafhankelijke Bureau Stadsnatuur (bSR).

Hoe ziet een week van een stadsecoloog eruit? 
“Het hangt af van wat voor soort opdrachten wij binnenkrijgen. Geen enkele week is hetzelfde. In de zomer zijn we vooral buiten te vinden: op zoek naar flora en fauna. Rond deze tijd van het jaar zijn we veel bezig met vleermuizen. Als iemand bijvoorbeeld een oud gymzaaltje wil opknappen, worden wij eropaf gestuurd om te kijken of er vleermuizen wonen. In de meeste gevallen zitten die er niet, maar vanwege protocol moet je dan minimaal twee uur op locatie blijven. Sommige vleermuizen houden van uitslapen, dat kunnen dus lange avonden worden. Binnen het Bureau Stadsnatuur, dat op onafhankelijke wijze werkt, heeft iedereen zijn specialisatie. Zo is de ene collega veel bezig met beschermde planten en is de ander vooral geïnteresseerd in vissoorten. Ikzelf word vaak gevraagd voor klussen die te maken hebben met het in kaart brengen van roofvogels in de stad. Daarnaast geven we onafhankelijk advies aan de gemeente Rotterdam. Ook bemoeien we ons met participatieprojecten in samenwerking met bewoners en maken we deel uit van het Natuurhistorisch Museum.”

André de Baerdemaeker tijdens de ontdekkingstocht, waarbij hij bezoekers alles vertelt over de biodiversiteit in Rotterdam.

Hoe zorg je ervoor dat een stad aangenaam blijft voor zowel mens, dier als flora?
“Om die vraag te beantwoorden is het voor een stad belangrijk om eerst de groenstructuur in kaart te brengen. Dat gaat niet alleen over de kleur groen in de stad, maar ook over de natuurwaarde. Hoe is het bijvoorbeeld gesteld met de biodiversiteit? Maar ook: hoe zorg je ervoor dat een egeltje veilig kan oversteken? Daar is een stadsecoloog voor nodig. De natuur is in zoveel opzichten een verrijking voor de beleveniswereld van de mens. Als ik met bewoners over mijn werk praat, barsten velen direct los over wat ze gezien hebben in de stad: een schildpad hier, een rat daar. Dat laat zien dat het leeft onder de mensen.

“Het grootste gevaar zit ‘m niet in de natuur, maar juist in onze vervreemding ervan”

Een bezoeker in de tuin van Stadskwekerij de Kas.

Zijn de gevolgen van klimaatverandering zichtbaar in de stad?
“Jazeker, in de stad zijn de gevolgen zelfs eerder waarneembaar dan daarbuiten. Dat komt doordat steden extreem ‘stenig’ zijn, waardoor de stad sneller opwarmt bij zonnig weer (urban heat island effect). Door klimaatverandering trekken dieren zoals meerkoeten en knobbelzwanen ‘s winters naar de stad toe, omdat het water daar langer open is en mensen ze voeren in parken. Dit zie je nu ook gebeuren in onze steden: sommige trekvogels doen niet eens meer de moeite om Nederland binnen te komen, aangezien winters veel minder koud zijn dan vroeger. Dankzij dit fenomeen krijgen we ook weer nieuwe dieren. Dit proces is altijd in beweging, maar door de mens worden de veranderingen wel versneld.”

 

Wat voor gevaren zie je op het gebied van ecologische zaken in de stad?
“Het grootste gevaar zit ‘m niet in de natuur, maar juist in onze vervreemding ervan. De meeste kinderen zitten tegenwoordig uren achter een tablet en weten niet meer wat het is om vieze handen te krijgen van een middagje buitenspelen. Ook zie je dat overgewicht en depressies toenemen. Daar spelen natuurlijk meerdere factoren een rol in, maar het gebrek aan buitenlucht heeft er zeker mee te maken.”

Bezoekers tijdens de expeditietocht bij het groene wooncomplex de Eendracht

Hoe ziet jouw ideale stad eruit?
“Wat mij betreft is dat een stad waarin mensen een gezonde balans opzoeken tussen binnen- en buitenleven. In een ideaal beeld wordt de natuur niet buitengesloten, maar geaccepteerd. De moderne stad is ontworpen voor de mens, maar daarin speelt natuur ook een rol. We zijn immers gevormd door de natuur, dus als die er niet is, missen wij het ook. Gelukkig staan duurzaamheid en vergroening steeds hoger op de politieke agenda. Ik zou graag zien dat er in de toekomst meer aandacht komt voor de ecologische waarde van de natuur en niet alleen het economisch gewin daarvan.”

 

De ontdekkingstocht, geïnitieerd door festival Duizel in het Park, kwam tot stand door middel van een samenwerkingsproject met Afdeling Buitengewone ZakenStadskwekerij de Kas en bewoners van Rotterdam Blijdorp en Bergpolder.