Achter iedere SDG zitten een aantal targets. Deze – in totaal 169 – subdoelen vormen samen een uitgebreide plattegrond waarmee we wereldwijde uitdagingen op sociaal & economisch gebied en klimaat & natuur kunnen aanpakken. In de serie Dieper op de doelen in zoomen we steeds in op een SDG en haar targets. Met vandaag SDG 1: Geen armoede.
Het doel
SDG 1 is gericht op de afname van armoede in al haar vormen. Zowel financiële aspecten als de impact van armoede op het leven van mensen maken daar deel van uit. Armoede heeft vele dimensies, maar ook veel oorzaken zoals werkloosheid, sociale uitsluiting, en hoge kwetsbaarheid van bepaalde bevolkingsgroepen tot rampen en pandemieën. De gevolgen dragen we samen: ons welzijn is met elkaar verbonden. Groeiende ongelijkheid ondermijnt sociale cohesie, is schadelijk voor de economie groei en creëert toenemende politieke en sociale spanningen.
Armoede is diep verweven met veel andere uitdagingen. Of het nu gaat om gezondheid, onderwijs of klimaat: armoede vormt overal een knelpunt dat vraagt om integrale oplossingen.
Zeven subdoelen
Achter SDG 1 zitten zeven subdoelen. Samen bieden ze concrete handvatten om armoede wereldwijd te bestrijden. Subdoel 1.1 spreekt voor zich: tegen 2030 moeten we extreme armoede uitroeien. Dat betekent dat niemand meer hoeft te leven van minder dan 2,15 dollar per dag – de internationale armoedegrens volgens de Wereldbank.
In subdoel 1.2 gestreefd naar het halveren van armoede in al haar dimensies. Denk aan mensen die onvoldoende toegang hebben tot huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg of basisdiensten. Armoede is immers niet alleen een kwestie van geld, maar ook van kansen.
Subdoelen 1.3 en 1.4 benadrukken het belang van sociale beschermingssystemen en gelijke toegang tot economische middelen en basisdiensten. Dat betekent onder meer: betere arbeidsvoorwaarden, toegang tot technologie, en gelijke rechten op eigendom en land. Zeker in het Mondiale Zuiden is dat cruciaal voor mensen die in informele sectoren werken of van landbouw afhankelijk zijn.
Subdoel 1.5 gaat over weerbaarheid: armen en kwetsbaren beter beschermen tegen klimaatgerelateerde rampen, economische schokken en andere crises. Denk aan betere infrastructuur, rampenverzekeringen en toegang tot noodhulp.
Subdoelen 1.a en 1.b richten zich op mobiliseren van middelen en goed beleid – want armoede bestrijden lukt alleen als er voldoende geld, kennis en samenwerking beschikbaar zijn.
Waar we nu staan
De afgelopen jaren hebben meerdere crises bestaande kwetsbaarheden vergroot. COVID-19, klimaatverandering en conflicten hebben miljoenen mensen terug in armoede geduwd. Volgens de VN leefden in 2022 wereldwijd nog altijd zo’n 8,4% van de mensen in extreme armoede. Zonder versnelde actie halen we SDG 1 niet in 2030.
Internationale samenwerking is essentieel. Nederland kan daarin het verschil maken – via ontwikkelingssamenwerking, eerlijke handelsketens en kennisdeling. Tegelijkertijd speelt armoede ook dichter bij huis. Hier betekent SDG 1 aandacht voor bestaanszekerheid, toegang tot zorg, en het tegengaan van sociale uitsluiting.
Samen bouwen aan een armoedevrije wereld
Armoede is een complexe uitdaging. Maar met gerichte investeringen, beleid en samenwerking kunnen we stappen zetten. SDG 1 herinnert ons eraan dat niemand achter mag blijven. Het uitbannen van armoede is niet alleen haalbaar, maar ook noodzakelijk voor een duurzame en eerlijke toekomst.